Werknemers van een bedrijf dat via een zogenoemd flitsfaillissement een doorstart maakt, hebben net zo goed recht op bescherming als het personeel van een onderneming die op een normale manier wordt overgenomen.
Dat heeft het Europese Hof van Justitie donderdag bepaald.
De uitspraak betreft een zaak die FNV had aangespannen tegen kinderopvangbedrijf Smallsteps, dat in 2014 branchegenoot Estro overnam.
Het bankroet van Estro en de doorstart onder de naam Smallsteps werden destijds in één dag beklonken. 2600 werknemers gingen mee naar Smallsteps en ruim duizend mensen verloren hun baan. FNV stapte vervolgens met vier ontslagen medewerkers naar de rechter.
Het ging in de zaak om de vraag of arbeidsvoorwaarden en dienstverbanden voortgezet moeten worden bij het zogeheten pre-pack of flitsfaillissement. Daarbij worden al voordat een bedrijf daadwerkelijk failliet wordt verklaard, afspraken gemaakte met een nieuwe eigenaar. Dat gebeurt onder het bewind van het management van het bedrijf en niet van een curator die opereert onder toezicht van een rechtbank.
Deze vorm van een bankroet is specifiek gericht op de redding van de onderneming of de nog levensvatbare onderdelen daarvan.
De rechtbank Midden-Nederland, die de zaak in behandeling heeft, had het Europese hof om hulp gevraagd bij de beoordeling van de zaak. Belangrijkste vraag was daarbij of het personeel bij zo'n snelle doorstart dezelfde rechten geniet als bij een gewone overname, zoals FNV betoogde.
De advocaat-generaal bij het Europese hof adviseerde eerder al dat werknemers bij zo'n flitsfaillissement inderdaad recht hebben op bescherming. De rechters volgen dat advies.
Het hof wijst op Europese regels die voorschrijven dat faillissementsprocedures onder toezicht staan van een bevoegde overheidsinstantie. Omdat in flitsprocedures de curator en de rechter-commissaris feitelijk buitenspel worden gezet, voldoen die volgens de rechters niet aan die richtlijn.
Recht op een vergoeding?
FNV reageerde verheugd op het vonnis. "Dankzij deze uitspraak is het flitsfaillissement geen aantrekkelijk reorganisatiemiddel meer om op goedkope wijze van personeel en arbeidsvoorwaarden af te komen", aldus vicevoorzitter Kitty Jong.
Als het aan FNV ligt heeft een groot deel van de gedupeerden recht op een vergoeding, wat in sommige gevallen een paar jaar doorbetaling van loon, plus een nieuwe indiensttreding kan betekenen. Zover is het echter nog niet. De rechter in Nederland moet de zaak nog verder beoordelen.
Daarbij is het onder meer de vraag of de Nederlandse wet op dit punt wel volgens de Europese richtlijnen is uit te leggen. Mocht dat niet het geval zijn, dan kan de zaak volgens FNV de gemoederen in politiek Den Haag mogelijk nog flink gaan opschudden.